DISTELS
Daar is in de eerste plaats een onberedeneerde distelhobby. Weinig commercieel, want moeilijk verkoopbaar. Maar toch, lees eens hoe leuk: een beetje commercieel zijn wel de niet-stekende Cirsium-soorten (Vederdistel). Het geslacht Cirsium telt een groot aantal soorten, waaronder de even gruwelijk gestekelde als mooie Cirsium spinosissimum en de gruwelijk woekerende akkerdistel (Cirsium arvense). Maar die horen (gelukkig!) niet tot de hobby. Daar horen wel de volgende, niet of nauwelijks gestekelde soorten bij, die allemaal het best gedijen op enigszins zure, vochthoudende grond: de zeer bekende, buitengewoon trendy, steriele Cirsium rivulare 'Atropurpureum' met purperrode bloemen in mei-juni en later in de zomer nog een keer aan stelen van ca. 1.25m. Erg mooi, maar kortlevend. De plant moet elke twee jaar wel worden opgenomen en gescheurd om een beetje toonbaar te blijven. Mondjesmaat te koop (maar zo trendy, dat u hem elders ook wel kunt kopen). Een veel langer leven is zijn wilde ouder Cirsium rivulare beschoren, met even grote bloemen die maar nauwelijks minder 'atropurpureum' zijn; hoger (tot1.50m.), maar nooit omvallend, en niet steriel, dus zich uitbreidend d.m.v. zaailingen, zodat er een heel veldje van ontstaat (en zo hoort het ook!). Ruimschoots aanwezig (nergens anders te koop!), afkomstig van zaad verzameld in de Pyreneeen.
Wat grover van blad en met grote purperen bloemen uitgedost is Cirsium heterophyllum, een soort die wel her en der wordt aangeboden, maar dan meestal zonder commentaar. Dat commentaar krijgt u er hier wel bij: hevig woekerend en absoluut niet geschikt voor een normale tuin, maar wel (o! verrassing!) voor de bloemenwei, die u ondanks maaien volgens het boekje maar niet fatsoenlijk aan het bloeien krijgt. Plant deze distel erin en de weide bloeit wel, en wonder boven wonder laat de plant daar volop ruimte over voor andere weideplanten (wat hij in een gewone border niet doet!). Op verzoek en uitsluitend voor dit doel te koop.
Tenslotte (voorlopig!) de zacht okergeel bloeiende Cirsium erisithales, die in tegenstelling tot zijn verwanten het best gedijt op droge, kalkhoudende grond. Grote, hangende bloemen en veerspletig ingesneden blad, ca. 1.25m. hoog. Afkomstig van zaad verzameld op de berg Sneznik in Slowenie en verder nergens te koop (nog niet, want deze distel wordt misschien ook wel trendy!). Bloeit juni-juli.
Tot het geslacht Carduus behoort de knikkende distel (Carduus nutans), een tweejarige soort van rivierdijken, die enorm prikt en zich ook enorm kan uitzaaien, maar zulke grote bloemen heeft en zoveel vlinders trekt dat het toch een prima tuinplant is. Tot 1.50 hoog, bloei juni-juli. (Tussen haakjes: distels prikken misschien wel vervelend, maar niemand haalt zich er tot bloedens toe aan open en ze zijn ook bijna nooit ziek, zoals rozen, die zich toch altijd nog in een verbazingwekkende populariteit mogen verheugen.)
De Berkheya in de collectie is een buitenbeentje. Afkomstig uit Zimbabwe (de tweede naam is niet bekend) en dus niet winterhard, blijkt het een gemakkelijke potplant, die binnenshuis, op een koele plaats en met slechts een drupje water gemakkelijk is over te houden, om 's zomers met volop water en warmte buiten rijk te bloeien. De plant heeft flink wat stekels, maar bloeit betrouwbaar met grote witte bloemen met een geel hart (zie foto) en vertakt zich zo goed, dat ze na een paar jaar gescheurd moet worden. Heel bijzonder!
Tenslotte een plant die helemaal geen distel is, maar er wel op lijkt: de donzige klis (Arctium tomentosum). Grootte: van 1m. hoog en breed op arme grond tot wel 3m. hoog en breed op zeer vruchtbare (klei)grond. Tweejarig en zich flink uitzaaiend; kan dus behoorlijk lastig zijn, maar overladen met zulke verpletterend mooie witwollige kelken dat iedereen er voor valt en de vervelende kanten voor lief neemt.