Langs een betonvlechtmat begroeid met een druif, Akebia quinata en Apios americanum, die pas opvalt wanneer hij in september bloeit met trosjes zoetgeurende bloemen, bereikt u (8) Achter de Heg (1986). Een cottagetuin waar alles mag: een kas, een raar "vulkaan"knipsel, ouderwetse tuinbloemen en wilde bloemen, alles door elkaar. Deze tuin wordt onderhouden door Pien van de Stadt. Een opvallende plant in deze tuin is een vooroorlogse heemst-cultivar (Althaea 'Parkallee') met half gevulde, roomkleurige bloemen, waarvan na de val van de muur bleek dat hij in Oost Duitsland had overleefd. Over het hek, waarvan de deur altijd open staat, hangt een Italiaanse bosrank (Clematis viticella).
Aan de andere kant van de heg ligt de (9) Grote Border (1988). Een 35 meter lange en 5,5 meter diepe border met grote vaste planten, die weinig onderhoud vraagt. Opvallend zijn de twee reusachtige exemplaren van Persicaria polymorpha, een plant die vanaf eind mei tot half september bloeit. Andere prominente planten zijn Veronicastrum virginum 'Fascination', Eupatorium maculatum 'Album', Helianthus 'Lemon Queen', Campanula lactiflora, Cephalaria gigantea en vooraan grote groepen van de onbekende Succisella inflexa, een Scabiosa-achtige met blauwe bolbloemetjes van augustus tot oktober.